Ik weet niet wat ik zeggen moet …
Mariska Overman en Rob Bruntink
"Ik weet niet wat ik zeggen moet ... "
Een gids vol praktische tips
Inhoud
De cover laat een tekstballon zien met een gebroken hart en de tekst: “Hoe praat je over verlies & rouw?” ‘Ik weet niet wat ik zeggen moet’ omvat een Inhoudsopgave {p 5}; Inleiding {p 7}; H 1. Over dit boek {p 9}; H 2. Praten over dood, verlies en rouw: waarom zou je? {p 15}; H 3 Waarover zou je kunnen praten? {p 27}; H 4. Er is niets aan de hand en je wilt toch in gesprek? {p 37};
H 5. Een bekende van jou is ernstig ziek en zal sterven {p 51}; H 6. Een naaste is ernstig ziek en zal sterven {p 75}; H 7. Wat als iemand de boot afhoudt en niet wil praten? {p 97}; H 8. Maar wat als iemand écht niet wil praten? {p 107}; H 9. Essentieel voor een goed gesprek {p 113}; H 10. In gesprek met kinderen {p 127}; H 11. Als iemand in rouw is: wat zeg je wel, en wat liever niet? {p 141};
Uitleiding {p 162}; Over Bureau MORBidee en het ontstaan van dit boek {p 163}; Dankwoord {p 165} en Bronvermelding/Boeken en websites {p 168}.
Inleiding
“Als er één onderwerp is waarover we het liefste níét praten, dan is het de dood en over wat daarmee samenhangt: verlies en rouw,” zo begint de inleiding.
Mariska en Rob stellen vervolgens dat die afkeer logisch is, omdat praten daarover gevoelens van verdriet en machteloosheid oproepen. Dat herken ik en ook dat veel mensen die gevoelens het liefst voor zich uit schuiven of vermijden.
Veel mensen vinden het letterlijk doodeng en gaan die gesprekken het liefst uit de weg. “Toch is het niet verkeerd om het er af en toe wel over te hebben. Soms kom je er niet onderuit, omdat …”
Maar er zijn ook redenen om erover te praten zonder concrete aanleiding … De grote vraag - en ook de spiegel die Mariska en Rob je voorhouden - is: Hoe dan? Hoe praat je over dood, verlies en rouw? Wat zeg je als een collega ernstig ziek blijkt te zijn? …
Welnu: je kunt rustig ademhalen: zij stellen namelijk dat zij op basis van tientallen jaren ervaring in het praten over de dood, verlies en rouw één bemoedigende boodschap hebben: iedereen kan het.
Een extra aanmoediging: “we hebben nog nooit iemand ontmoet die er spijt van kreeg …” Hoe pak je dat nu aan? Ga je er mee aan de slag? Ja? Mooi, want dat juich ik van harte toe.
Niets is meer vervelend dan dat jij als zieke in de supermarkt loopt en dat iemand je wel ziet en vervolgens snel wegduikt omdat ze de ontmoeting met jou veel te spannend vinden. Extra pijnlijk is als jij die iemand ook zag …
Mariska en Rob hanteren een chronologische opbouw: ze geven je eerst manieren en handvatten om met elkaar in gesprek te komen zonder dat er sprake is van een concrete noodzaak en daarna in diverse situaties als die noodzaak er wel is …
H 1 : Over dit boek
Mariska is ervaringsdeskundige: ze verloor haar broertje Donny toen ze 21 jaar was. Een abrupt einde door een verkeersongeval. Vanzelfsprekend is dat een heftige ervaring; zeker omdat dit onverwachts gebeurt. Minder dan tien jaar geleden - zelf zegt ze: ‘relatief kort’ - verloor ze haar moeder.
Rob koos er als freelance-journalist voor om bijna alleen maar te schrijven over palliatieve-, hospice- en uitvaartzorg. Hij vindt dat interessante onderwerpen en startte daar vijfentwintig jaar geleden mee. Dat juich ik van harte toe, omdat deze onderwerpen (nu) nog steeds keihard aandacht vragen.
H 2 : Praten over dood, verlies en rouw: waarom zou je?
“‘De dood’ is een breed begrip, stellen ze. “Het kan gaan over je eigen sterfelijkheid of over je toekomstige uitvaart. Maar het kan ook gaan over de terminale ziekte van een familielid, buurman of collega. Of juist het overlijden van één van hen …”
Ze weten ook dat velen ‘het D-woord’ moeilijk over de lippen krijgen. De tip is dat - als dat ongemakkelijk voor je is - je dat niet hoeft te benoemen. Je kunt het ook hebben over levenseinde, of eindigheid of iets anders. Maar - geven ze ook aan - taal luistert nauw.
Misschien zelfs wel vooral rondom de dood.
Praten over de dood terwijl jij en je naasten nog gezond zijn? Praten zorgt voor verbinding … Je praat over je kwetsbaarheid, je praat misschien over je grootste angsten en diepste zorgen dan dat brengt jou en de ander dichter bij elkaar.
Een tweede reden om te praten is dat het (resterende) leven meer betekenis krijgt. Het leven krijgt door het bewustzijn over de eigen sterfelijkheid meer betekenis. Velen ervaren bij een levensbedreigende diagnose een ‘wake up-call.’
Een derde reden om juist wel over de dood te praten is een logisch vervolg op de tweede reden: het helpt toekomstige spijt te voorkómen. “Vraag je eens af: Wat vind je aan het einde van je leven belangrijk om op terug te kijken?
Redenen om juist níét over de dood te praten? De angst om iets verkeerds te zeggen; de angst dat het te veel tijd kost; de angst dat je er op het verkeerde moment over begint en de angst dat het emotie oproept, bij de ander of bij jezelf.
Emoties duiden er op dat er een gevoelige snaar is geraakt: het gáát ergens over. Stel het niet uit; je kunt immers altijd sorry zeggen …
Maar wat als iemand écht niet wil praten? Dat lees je allemaal in dit boek.
Mijn conclusie
Het boek leest gemakkelijk en de gekozen tekstballon op de voorzijde geeft een verwachting weer. Die verwachting wordt waargemaakt; ze komen in het boek ook terug. Mariska en Rob geven vele voorbeelden van tekstfragmenten. Prettig en leerzaam; die zouden nóg meer aan bod mogen komen.
De leeswijzer {p 11} vind ik verwarrend en je moet - vind ik - echt even de tijd nemen om die te snappen. Na het inleidende hoofdstuk volgt H 2 waarin zij stil staan bij de vraag wat de voordelen zijn om te praten over dood, verlies en rouw.
In H 3 verkennen ze de onderwerpen waarover je zoal in gesprek kunt gaan en in H 4 - geen concrete aanleiding -, 5 - iemand in jouw vrienden- of kennissenkring is ernstig ziek -, 6 - iemand dicht bij jou is ernstig ziek -, en 11 - iemand is in rouw -, zijn gericht op specifieke situaties.
In genoemde hoofdstukken geven ze tal van mogelijkheden, tips en adviezen om met iemand in gesprek te gaan. Ze bieden opties als iemand dat echt niet wil {H 7 en 8} en die moet je zien als verlengstukken van H 6. etc.
Mijn voorkeur gaat er naar uit om de indeling gemakkelijker te maken. Dat lijkt mij vrij eenvoudig door de gekozen hoofdlijn aan te houden en van de overige stukken paragrafen te maken die - voor de lezer - heel duidelijk bij de kernhoofdstukken horen.
Ik zie dit boek als een routekaart: het helpt je navigeren maar uiteindelijk mag je het zelf doen. Dat vraagt lef en fouten maken hoort daarbij! Ik heb het vaak over de ‘groene zeephelling.’
De ene keer doe je ’t hartstikke goed en ’t andere moment glijd je uit. Daar is niks mis mee en je léért. De ander begrijpt heus wel dat ’t niet gemakkelijk is, maar het gesprek aangaan is vele malen beter dan wegduiken …
Ga jij het áán?!?
Ik nodig je van harte uit …
O ja, nog even dit: het kan zijn dat je je net oppepte en alle moed verzamelde om met iemand in gesprek te gaan en dat die ander zegt dat ’t nu even niet uitkomt …
Wéét dan dat jij níét wordt afgewezen als mens op dat moment. Misschien moest diegene ‘even’ boodschappen doen - wat al enorm veel energie vraagt - en kwam ze al meerdere belangstellende bekenden tegen die allemaal in gesprek kwamen. Zo wordt boodschappen doen een enorme uitdaging. Wéét dan dat je niet als mens wordt afgewezen maar dat je op dát moment wordt afgewezen … Heb daar dan alsjeblieft begrip voor!
Waardering: 4,5 uit 5.
Van Harte Aanbevolen!
Zelf lezen?
Ik weet niet wat ik moet zeggen
“Een gids vol praktische tips”
Mariska Overman en Rob Bruntink
ISBN: 978 90 259 0899 7 - 1e druk 2020
Uitgegeven door Uitgeverij Ten Have
© Cees van der Boom
Trotse pa van Joanne, Sietske & Irene
Geregistreerd- (RAD) & Gecertificeerd Arbeidsdeskundige (CERT-AD) | Life-coach voor mensen met kanker | MCI Mastercoach | Re-integratiedeskundige | NOLOC erkend Loopbaanprofessional | NOBCO erkend Coach | Storyteller | Spreker | Recensent | Jobcoach | Reiki Master
Auteursrecht © Cees van der Boom
Overname van {delen van} deze publicatie is
uitsluitend mogelijk met uitdrukkelijke toestemming
Bewerking cover: Remko van Rijthoven ~ Vormzinnig