“Haal ‘m er maar af …”

Storytelling: © Cees van der Boom | Illustratie: © Remko van Rijthoven
Storytelling: © Cees van der Boom | Illustratie: © Remko van Rijthoven

"Haal 'm er maar af ..."

 

Hij loopt op mij af, geeft een stevige handdruk en knijpt nog eens even extra door. Hij oogt sterk en krachtig maar in zijn ogen zie ik een heel ander verhaal. Hij gaat moeizaam zitten met zijn hand op zijn kruis. Het lijkt alsof hij het lastig vindt om z’n draai te vinden.

 

“Haal ‘m er maar af, zegt ze …”

 

Het krachtige verdwijnt als hij eindelijk zijn draai lijkt te vinden. Ik zie een groot contrast met zijn binnenkomst. Hij zucht een paar keer diep en oogt verslagen. “Haal ‘m er maar af … !” zegt hij met onvaste stem.

 

“Wat bedoel je?” vraag ik hem. “Haal ‘m er maar af,” zegt hij weer. Ik heb een vaag vermoeden wat hij bedoelt, juist omdat hij zo naar zijn kruis greep toen hij ging zitten. Vaak is niets wat het lijkt, dus ik wacht rustig af.

 

Hij vervalt in stilzwijgen en kijkt naar een denkbeeldige plek op de tafel. Ik wacht rustig af totdat hij weer verder vertelt. Het lijkt alsof hij moed verzamelt en begint dan opnieuw. “Haal ‘m er maar af,” fluistert hij bijna.

 

Bijna als een haperende grammofoonplaat …

 

Terwijl hij dat opnieuw zegt - bijna als een haperende grammofoonplaat - zie ik een traan opwellen die langzaam vanuit zijn ooghoek en bijna sierlijk naar beneden rolt. Met een driftig gebaar veegt hij die resoluut weg.

 

Ik kijk hem rustig en uitnodigend aan. Dan lijkt hij moed te verzamelen, recht hij zijn schouders en begint hij te vertellen. Hij is blij dat hij mijn volle aandacht heeft. “Haal ‘m er maar af, zei ze.” Hij kijkt mij met grote ogen aan en zoekt opnieuw mijn steun maar die heeft hij al.

 

“Hoe kan ze dat nou zomaar zeggen. Dat is toch niet te filmen?” Nu oogt hij ineens boos en vervolgt: “Waar haalt ze de lef vandaan …” Ik knik hem vriendelijk toe en bijna onmerkbaar knikt hij bijna dankbaar terug.

 

Hij kijkt opnieuw naar een denkbeeldige plek op de tafel. In zijn ooghoeken zie ik nu opnieuw tranen opwellen die hij met een resoluut gebaar wegveegt. “Sorry,” zegt hij. “Geen probleem,” zeg ik. Het is wederom langere tijd stil en ik wacht rustig af.

 

“Pijn is iets voor mietjes …”

 

“De laatste tijd had ik last van mijn penis,” zegt hij dan plompverloren.  Opnieuw is het even stil. “Ik ben trots op ‘m,” zegt hij veel krachtiger. “Dus eerst wilde ik er niks van weten. Hij laat mij nooit in de steek. Ik ben trots op ‘m,” herhaalt hij. “Totdat mijn penis extreem pijn begint te doen …”

 

Hij valt weer even stil en de flair verdwijnt uit zijn gezicht. Fluisterend zegt hij: “Pijn is iets voor mietjes.” Hij kijkt verschrikt op … “Sorry, dat kan ik beter niet zeggen …” Hij kijkt mij indringend aan: “Ik had al maandenlang last van mijn penis …”

 

“Seks ga ik al heel lang uit de weg …”

 

“Nu begrijp ik pas wat pijn met iemand kan doen. Het sloopt je, joh!” Hij zucht even diep. “Seks ga ik al heel lang uit de weg, want dat lukt voor geen millimeter. Daar laat ik mijn lief wel mee in de steek … We hebben daar ook best fikse ruzies over.”

 

“Ze vroeg me of ik niet meer van haar hield. Of ik soms een ander had. Of … Ach, dat snap ik ook wel, want weet je: we konden het héél goed vinden, samen.” Daarna is het weer even stil. “Dat vind ik vreselijk … Dat zij überhaupt dénkt dat ik een ander zou hebben … Nooit of te nimmer!” zegt hij stellig.

 

Daarna met enige stemverheffing. “Het lukte mij gewoon niet meer … Ik vind dat vreselijk. Ik ben zo gek op haar. Nooit of te nimmer zou ik er ook maar aan denken om vreemd te gaan! Toen die ene nacht … Mijn penis is die nacht zó extreem gevoelig. Onwijs veel pijn …”

 

Wat is er in vredesnaam met jou aan de hand?

 

“Ik hoor dat mijn vrouw die bewuste dag al beneden is,” zegt hij. “De moed zakt mij in de schoenen en ik besluit dat het tijd is om mijn vrouw in te lichten. Als ik beneden kom ziet mijn vrouw direct al dat er wat aan de hand is en kijkt mij verschrikt aan: ‘Wat is er in vredesnaam met jou aan de hand?’

 

‘Mijn lief, we moeten eens praten.’ Ik ga moeizaam op de stoel zitten en biecht op wat er aan de hand is. Al die tijd kon ik mij er niet toe zetten om er over te praten. Schaamte, weet je, want ik ben zo trots op m’n jongeheer …

 

Ik vertel wat er aan de hand is en zij luistert geduldig. Na mijn verhaal handelt ze resoluut: ‘Zien,’ zegt ze kortaf. Ik laat mijn broek zakken en ze kijkt met een speurende blik naar mijn penis. ‘Dat vertrouw ik niet. Dat vertrouw ik helemaal niet,’ zegt ze. ‘Ik bel nu de huisarts,’ en loopt direct naar de telefoon.”

 

Zijn ogen kijken mij starend aan en zien mij niet. Voor mij is het duidelijk dat hij die bewuste dag opnieuw beleeft. “’We kunnen direct terecht,’ zegt mijn vrouw na het telefoongesprek. De rit naar de huisartsenpraktijk is extreem pijnlijk. Elke hobbel voelt als een messteek.

 

Nog geen vijftien minuten later zit ik bij de huisarts.” De herinnering is pijnlijk, zie ik aan hem.  “Als we binnenkomen hoef ik maar enkele minuten te wachten bij de huisarts en daarna roept ze ons binnen. De huisarts verricht onderzoek en verwijst mij direct door naar het ziekenhuis.”

 

“Peniskanker …”

 

“Als we vertrekken bij de huisarts gaat het richting ziekenhuis. Ze vangen ons meteen op en voor ik het goed en wel weet lig ik al op een onderzoekstafel. Vervolgens vinden allerlei onderzoeken plaats. Dan wordt ineens de onderzoekskamer wazig en zie ik veel witte jassen binnenstormen.

 

Ik zie nog net het verschrikte gezicht van mijn lief en daarna weet ik niets meer …” Het hele gebeuren grijpt hem nog steeds erg aan, zie ik. “Als ik weer wakker word, zit mijn lief naast mij en houdt mijn hand vast. ‘Wat gebeurde er nu?’ vraag ik haar. Ze vertelt dat ik flauwviel.

 

Dan begint het lange wachten. Tegen het eind van de dag komt de uroloog op mij aflopen: ‘De uitslagen zijn bekend. U heeft peniskanker en ook zien we uitzaaiingen op de foto’s.’ De grond zakt onder mijn voeten weg en ik zie dat mijn lief lijkbleek is …

 

“Haal ‘m er maar af …”

 

Het is minutenlang stil en de arts wacht rustig af. ‘En nu?’ vraag ik hem. Hij zet zijn bril af en zegt: ‘We proberen een penis-besparende operatie maar het kan zijn dat we de hele penis moeten verwijderen.’ Is er geen andere optie?’ vraag ik hem. Voordat hij antwoordt zegt mijn vrouw: ‘Haal ‘m er maar af.’

 

Ik kijk haar stomverbaasd aan. Boos -  bijna woedend - zeg ik:  ‘Wat zeg je nu?’ ‘Je hoort me wel: Haal ‘m er maar af. Dat zei ik. Je penis kan ik missen maar jou niet.’ De uroloog kijkt eerst haar aan en dan mij en zegt: ‘We zullen zien wat we kunnen doen … Morgen opereren we. Tot morgen!’”

 

Hij zoekt weer oogcontact en ik knik hem toe. Dan vervolgt hij: “Stilzwijgend kijken we elkaar aan. Woorden schieten te kort en mijn lief geeft mij een stevige knuffel. Dan pakt ze haar jas en gaat naar huis naar de kinderen. De avond verloopt moeizaam en mijn gedachten tollen over elkaar.

 

’s Avonds komen de kinderen die nauwelijks iets weten te zeggen. Inmiddels weet ik dan dat de operatie om 10:00 uur gepland staat. De volgende morgen is mijn lief al weer vroeg bij mij en we houden elkaar stevig vast.

 

Tegen de tijd dat het zover is, transporteren verpleegkundigen mij naar de O.K. Nadat allerlei metertjes en slangen zijn aangebracht komt de anesthesioloog. ‘We brengen u zo in slaap. Als u straks wakker wordt, blijft u eerst in de verkoeverkamer en houden we u daar in de gaten,’ zegt zij.

 

‘Informeert u mijn vrouw direct?’ Dat zegt zij toe. Op de O.K. zie ik de uroloog. Ik zie dat het niet de uroloog is die mij gisteren bezocht. ‘U bent in goede handen,’ zegt ze. ‘We doen ons best om een penis-besparende operatie te doen, maar we weten nog niet wat we tegenkomen.’ Ik knik slechts …

 

“We moesten uw penis geheel verwijderen …”

 

Als ik weer wakker word vraag ik aan de verpleegkundige wat de status is. ‘De uroloog komt zo bij u,’ krijg ik slechts als antwoord. Na enige tijd komt de uroloog bij mij:  ‘We moesten uw penis geheel verwijderen.’ Zij vertelt nog verder maar het dringt nauwelijks tot mij door … Wát een rollercoaster.”

 

“Nooit meer seks …”

 

Mijn lief is ontdaan als ze hoort wat noodzakelijk was en is er stil van.“ Hij zwijgt en is even stil. De herinnering is bijna te pijnlijk voor hem. “Als ik weer goed en wel bij kennis ben, vraag ik wat de status is. ‘De uroloog was al bij u en informeerde u al,’ zegt de verpleegkundige. ‘Ik weet er niets meer van,’ zeg ik hem.

 

De verpleegkundige vraagt de uroloog of ze nogmaals wil langskomen. Al vrij snel is ze er. ‘We moesten uw penis geheel verwijderen,’ zegt ze. ‘Het gezwel is weg maar er volgen nog wel bestralingen tegen de uitzaaiingen.’ Ik heb nog veel meer vragen maar mijn hoofd tolt …

 

Na enige tijd mag ik weer naar zaal en daar zit mijn lief mij al op te wachten. ‘Jammer! Maar jíj bent er nog …’ zegt ze met zachte stem. Ze pakt me stevig vast en zegt dan: ‘We redden het wel, samen. Wij komen er wel uit. Onze liefde gaat vóór alles …’”

 

Daarna is weer geruime tijd stil. Hij herpakt zich en kijkt mij droevig aan. “Het is nu zes maanden geleden,” zegt hij dan. “Mijn vrouw doet heel veel voor me maar ik vind het vreselijk,” stamelt hij. “Ik voel me geen man meer! Nooit meer seks …”

 

© Cees van der Boom 

 

Trotse pa van Joanne, Sietske & Irene

 

Geregistreerd- (RAD) & Gecertificeerd Arbeidsdeskundige (CERT-AD) | Life-coach voor mensen met kanker | MCI Mastercoach | Re-integratiedeskundige | NOLOC erkend Loopbaanprofessional | NOBCO erkend Coach | Storyteller | Spreker | Recensent | Jobcoach | Reiki Master

 

Met dank aan Remko van Rijthoven ~ Vormzinnig voor de prachtige illustratie en Rolf Rook ~ Intersites voor de uitstekende website

 

 

Meer storytelling op mijn website ...