“Wat is er toch ?!?”
"We nemen je even mee ..."
* Tip vooraf: je kunt deze story als heftig ervaren! *
Met haar stralende persoonlijkheid ...
Meestal is zij als een van de eersten aanwezig bij het directieoverleg. Met haar stralende persoonlijkheid en humor brengt zij vaak mij en haar collega’s aan het lachen. Nu is dat anders. Haastig én als laatste komt ze binnen …
In tegenstelling tot alle vorige keren vermijdt ze nu oogcontact en legt haar documenten voor zich neer. De algemeen directeur opent de vergadering en geeft haar als eerste het woord. Ze staat wat moeizaam op en start met haar presentatie.
Als altijd heeft zij haar zaken goed op orde en presenteert ze nieuwe ideeën en voorstellen om de sales te vergroten én lanceert zij een nieuw marketingplan. Mijn collega’s applaudisseren en spreken hun waardering uit. Gelaten laat zij dit over zich heen komen. Ze is anders dan anders …
Tijdens haar presentatie vallen mij dingen op: ik mis haar bevlogenheid en de sparkling in haar ogen lijkt totaal verdwenen. Het voelt voor mij alsof ze vanuit een automatische piloot spreekt en het vuur in haar ogen dat ik anders zo vaak zie, mis ik totaal.
Ik waardeer haar als mens en als professional en in de loop van de tijd sparren we met grote regelmaat. De laatste tijd veranderde dat en het lijkt een beetje alsof ze mij ontloopt. Wat mij ook opvalt is dat zij haar make up altijd heel subtiel aanbrengt, wat haar gezichtstrekken accentueert.
“Wat is er toch …”
Ze gaat na afloop moeizaam zitten en ik constateer dat haar make up nu aanzienlijk dikker is; anders dan anders. Wat is er toch met haar, bedenk ik. Het lijkt alsof ze nauwelijks interesse heeft voor de presentaties van de collega’s en als altijd observeer ik iedereen in de ruimte. Zo ook haar …
Als ze even in haar gezicht wrijft, laat de make up op die plek wat los en lijkt het alsof ik een blauwe plek zie. Verbeeld ik me dat nu of is dat echt zo? Even later hoort zij iets dat blijkbaar haar interesse heeft en ze vervolmaakt het idee van haar collega.
De anderen vinden dat een briljante suggestie en de collega die naast haar zit geeft haar een bemoedigende klap op haar schouder. Ze krimpt ineen en ik hoor een kreunend geluid. Moeizaam kijkt ze hem aan en met haar ogen bedankt ze hem. Hij merkte het niet op; ik wel.
Haar sollicitatie
Op dat moment gaan mijn gedachten terug naar haar sollicitatiegesprek. We hadden een vacature en daar kwamen meer dan 500 reacties op. Iets in haar brief triggert mij en ik leg haar brief op de stapel van interessante kandidaten.
De leidinggevende vindt haar brief maar zozo maar op mijn aanraden nodigen wij haar uit. Op de dag van het gesprek begeleidt mijn teamlid haar naar de interviewruimte en ze is zichtbaar gespannen. Ze kijkt wat schichtig om zich heen en het lijkt alsof haar zelfverzekerdheid is verdwenen.
Na enkele minuten onderbreek ik haar in haar verhaal en dat brengt haar van haar stuk. “Loop maar even mee,” zeg ik haar. We lopen naar de koffiecorner en geef haar een glas water. Ik begeleid haar naar een andere ruimte en raad haar aan om even rustig te worden en meld dat ik zo terug ben.
De leidinggevende is zichtbaar verrast door mijn actie en mompelt slechts: “Ik zei het toch …” Verveeld bladert hij door alle andere brieven heen; zichtbaar geïrriteerd over de - in zijn ogen - verloren tijd. Even later loop ik weer naar de ruimte waar zij zit en ik vraag haar of ze er klaar voor is.
“Ja!” zegt ze. Ze kijkt nu zelfverzekerd en ik zie de twinkeling in haar ogen. We lopen terug naar de interviewruimte en starten het gesprek opnieuw. De leidinggevende oogt wat verveeld maar na deze ingreep verloopt het gesprek uiterst soepel en geeft zij rake antwoorden, met een visie daarin.
Dat valt ook de leidinggevende op. Aan het begin van de tweede ronde zit hij wat onderuitgezakt op de stoel maar hij neemt steeds meer een actieve houding aan en stelt zelf ook meerdere vragen. Tegen het einde van het gesprek meld ik dat we zo snel mogelijk van ons laten horen over de voortgang.
Zij wordt het!
Als ik weer terugkom is de leidinggevende overtuigd: “Zij wordt het. Ik ben overtuigd.” Daarna volgen nog de gesprekken met de andere kandidaten, die allemaal even soepel verlopen, maar hij houdt vast aan zijn standpunt en herhaalt slechts: “Zij wordt het!”
We besluiten samen de knoop door te hakken en met de telefoon op de speaker bel ik haar. Het is voor ons hoorbaar dat ze schrikt als we bellen dus ik meld direct: “Gefeliciteerd! Jij bent degene die ons team mag komen versterken. Er zijn nog wel enkele aandachtspunten maar daar coachen we je in.”
Ze is hoorbaar verrast en het blijft even stil … Dan horen we een gejuich en vervolgens zachtjes de vraag: “Écht?” Ze kan het blijkbaar nog niet helemaal bevatten. Daarna hebben we het nog over de arbeidsvoorwaarden en ze is akkoord. Ik beloof haar dat we de overeenkomst zo snel mogelijk sturen.
Assistant Director Sales
Na een wat aarzelende start én met coaching van de leidinggevende (zakelijk) en van mij (persoonlijkheid) groeit ze in haar functie. Het past haar als een maatwerkkostuum en al na een paar jaren benoemen we haar als Assistant Director Sales.
Nog steeds zijn er uitdagingen en de ene pakt ze wat gemakkelijker op dan de andere. Ik geniet van wat zij doet en hoe zij zaken oppakt. Tot het moment dat de Director Sales aangeeft een andere uitdaging aan te pakken. We hebben dus een vacature …
Vacature Director Sales
In eerste instantie krijg ik dan de opdracht om een nieuwe Director Sales te werven. Dat vind ik opmerkelijk en ik ga in gesprek met de Algemeen Directeur. “Waarom benoemen we haar niet en ga ik op zoek naar een nieuwe Assistant?” vraag ik hem.
Hij lacht slechts en zegt: “Ik verwacht niets anders van je.” Hij kijkt mij indringend aan en vraagt mij slechts: “Denk je dat ze dat aankan? Is zij er klaar voor?” Zonder ook maar enige twijfel beaam ik dat en zeg dat zij die plek meer dan ooit verdient. “O.K. Maak het maar rond …”
Vervolgens loop ik naar de afdeling en vraag of ze even met mij meeloopt. Als we in mijn kamer zitten vraag ik haar wat zij er van zou vinden om de positie van de vertrekkende collega over te nemen. “Meen je dat?” vraagt ze ongelovig. “Ik weet niet of ik dat wel kan …”
Waar komt die onzekerheid vandaan?
Weer is er die twijfel. We praten er volop over door en ze maakt een lijst van plussen en minnen. “Waar komt die onzekerheid vandaan?” vraag ik haar plotseling. Ze is zichtbaar in verwarring en kijkt mij met grote ogen aan.
Vervolgens is het even stil en ik laat die stilte er zijn. Dan vertelt ze over haar ouders die haar steeds vertelden dat ze niets waard en nergens goed voor was, haar onveilige thuis en ook over huiselijk geweld. De geringste aanleiding was goed genoeg om haar te slaan en te vernederen.
Haar vader deed dat vaak als gevolg van intoxicatie alcohol en haar moeder van drugs. Maar al te vaak moest ze naar bed zonder eten en ook vaak kreeg ze geen eten mee naar school. Ook daar was het niet veilig doordat klasgenoten haar pestten …
Daarna wordt het stil … Verschrikt kijkt ze ineens naar mij op en zegt met smekende ogen: “Dit weet verder niemand en dat wil ik ook zo houden. Ik wil niet dat ze me zielig vinden of dat collega’s me daardoor ‘anders’ zien. Mijn antwoord is kort en krachtig: “Niemand krijgt dat van mij te horen …”
“Zij scoort een mega-deal …”
Enkele maanden later scoort ze een deal die niemand voor mogelijk hield! Het lukte haar! Haar voorganger kreeg een duidelijke en zeer overtuigende ‘nee,’ tot irritatie van de algemeen directeur. Hij was het die iedereen overtuigde dat het hem zou lukken, maar helaas …
“Hoe flikte je dat?” vroeg ik haar. Ze vertelt me dat ze zich grondig verdiepte in de klant en dat het haar lukte om veel informatie te achterhalen. Daarna ontdekte ze dat de beleidsmakers enkele zaken over het hoofd zagen, wat de organisatie veel geld zou gaan kosten.
Op een dag trekt ze de stoute schoenen aan en meldt ze zich onaangekondigd bij de organisatie. Bij binnenkomst treft ze de receptioniste en op dat moment komt de projectverantwoordelijke voorbij. Hij hoort wat zij zegt en terwijl de receptioniste haar de deur wijst, nodigt hij haar uit voor een gesprek.
Na enkele minuten is hij overtuigd en ziet hij in dat ze de spijker op de kop slaat. Hij belt enkele collega’s en de algemeen directeur voor een meeting. Binnen enkele minuten zitten ze in de conference room en vertelt zij over haar bevindingen. Ze kijken sceptisch maar geven toe dat zij volkomen gelijk heeft.
Binnen een uur loopt ze met een getekend contract de deur uit en realiseert zij een megadeal! Ze meldt dit vol trots bij mij en later bij de algemeen directeur. Wat daarna gebeurt is onwerkelijk, volkomen irreëel en totaal niet realistisch.
Is het de algemeen directeur die de deal sloot?!?
Een uur later belt de Vice President Human Resources mij en is vol lof over de algemeen directeur dat hij die deal sloot. Ik reageer verbaasd en meld dat niet hij maar zíj de deal sloot. Hij vraagt ongelovig of ik daar heel zeker van ben en als ik dat bevestig zegt hij dat hij mij zo terugbelt.
Drie uur daarna belt hij mij opnieuw en bevestigt mij - wat ik al weet - dat zij de verantwoordelijke is voor die deal. Het levert haar een prestigieuze award op en vraagt mij of ik dat haar wil melden. Als ik naar haar toe loop, zie ik vanuit mijn ooghoeken de algemeen directeur vuil naar mij kijken. Tja …
Zij en ik hebben steeds meer contact en we sparren vaak samen. Op een dag meldt ze vol trots dat ze gaat trouwen (ik wist niet eens dat ze een vriend leerde kennen) en laat trots haar ring zien én een foto waar ze samen op staan. Hij is een mannetjesputter en ik zie iets in zijn ogen dat mij niet bevalt.
Uiteraard laat ik dat achterweg en feliciteer haar. Ze oogt stralend en zegt dat ze nu eindelijk het geluk in haar leven vond. Lachend loopt ze weg en ik ben blij voor haar. Tegelijk houd ik mijn hart vast. “Wat staat haar nog te wachten,” denk ik. Ook op de terugweg naar huis houdt dat mij bezig.
Dit alles flitst door mij heen als ik haar nu observeer tijdens de vergadering. Na afloop besluit ik om haar te volgen en in gesprek te gaan. Als ik bijna beneden ben en haar zie lopen, krijg ik een alarmering over een incident op de parkeerplaats.
“Ik maak je kapot …”
Een man slaat de ruiten van haar auto in … Meerdere collega’s zijn al ter plaatse en ik spoed mij daar ook heen. Het is hém … In zijn ogen zie ik een vreemde gloed; 1000 keer sterker als ik op de foto zag. Ik spreek hem aan en dan staat hij dreigend tegenover mij. “Ik maak je kapot,” briest hij.
Uiterlijk ben ik heel kalm en ik vraag hem waarom hij dat wil doen. Dat brengt hem enigszins van zijn stuk. Het breekijzer dat hij bij zich heeft houdt hij dreigend vast en dan zie ik in zijn broekriem ook een pistool. Ik blijf tegenover hem staan en geef geen krimp; de collega’s zien dat ook en nemen afstand.
Inmiddels is de politie ter plaatse en binnen enkele seconden is hij overmeesterd. Hij krijgt handboeien om en de politie neemt hem mee. Twee agenten volgen mij naar mijn kantoor en ik haal haar op. Ze zag alles en is behoorlijk overstuur. Volkomen begrijpelijk …
Met z’n vieren gaan we daarna in gesprek; althans dat proberen we. Ik zit naast haar en leg mijn hand op haar schouder. Weer krimpt ze ineen maar tegelijkertijd voel ik dat ze daar kracht uit put. Ze droogt haar tranen en vertelt.
Huiselijk geweld …
“Ik was zwanger van hem … Hij wil geen kinderen en vanuit het niets werd hij razend. Hij ging als een beest te keer en sloeg me waar hij maar kon … “Dat is … hij wist mij altijd zó te raken dat niemand iets zou kunnen zien … Die dag schopte hij mij meerdere keren in mijn buik en verloor ik mijn kindje …”
De politie vraagt of zij aangifte wil doen en ik voel haar twijfel. Ze is doodsbang; voor zichzelf en voor de gevolgen. “Ik zal dan altijd achterom moeten kijken,” zegt ze vertwijfeld. Voor de agenten is het een uitgemaakte zaak dat zij dit moet doen; dat hij voorlopig van de straat af is en berecht zal worden.
Ze durft nog niet de stap te nemen. Ik neem afscheid van de agenten en praat nog lang met haar na. Als ze weer kalm is, gaat ze naar huis en we spreken af om elkaar de volgende dag weer te zien. Het klopt natuurlijk dat hij op enig moment weer ‘vrij’ zal zijn en ik weet nu nog niet wat het beste voor haar is.
Het hele voorval blijft mij bezig houden en ik vraag mij af wat nu het beste voor haar is. Tijdens intervisie spar ik hierover met collega’s en die zijn het er allemaal mee eens dat zij aangifte moet doen: “Hij heeft hulp nodig.” De politie belt mij de volgende dag dat hij overduidelijk PTSS én hulp nodig heeft.
Als ik haar spreek is ze overtuigd en wil ze aangifte doen. Ze vraagt mij om mee te gaan en samen gaan we op weg. Bij de recherche doet ze haar volledige verhaal en die noteert alles. “We overleggen dit met de Officier en mogelijk komt daar tbs (ter beschikking stelling c.q. verplichte behandeling) uit.
Op de terugweg naar kantoor trilt ze behoorlijk, alsof ze nu pas beseft wat er allemaal voorviel. Ik stop bij een restaurant om daar een kop koffie te drinken en even rustig bij te praten. Ze waardeert dat en komt - voor zover mogelijk - tot rust.
Vacature Vice Prresident Sales U.S.A.
’s Middags krijg ik een vacature voor ogen voor Vice President Sales bij H.Q. in de Verenigde Staten. Ik print die en bel haar of ze even wil komen. Na binnenkomst laat ik die zien en ze is meteen enthousiast. Ze vindt het wel spannend en realiseert zich dat ze veel achterlaat maar zich veiliger zal voelen.
Ze solliciteert en krijgt de job. Ze straalt weer, is dolgelukkig en krachtiger dan ooit. Ons contact verwatert meer en meer maar via-via krijg ik enthousiaste berichten. Ik ben oprecht blij voor haar en gun haar dit succes. Haar zelfverzekerdheid groeit en ze realiseert mooie successen.
Nieuwe liefde …
Maanden later krijg ik een trouwkaart van haar met een foto van haar en haar partner. Allebei kijken ze stralend in de camera en wat ik zie is vooral liefde. Dat verdient ze meer dan ooit en ik bel haar om haar te feliciteren. “Zonder jou had ik die stap nooit gezet,” zegt ze. “Ik ben zo blij met je …”
Naschrift
Ben je in acuut gevaar: bel dan 1 – 1 – 2!
Als jij het bent die hiermee te maken hebt: zoek dan alsjeblieft hulp!
Je kunt dit melden bij de vertrouwenspersoon in je organisatie, bij HRM of bij je bedrijfsarts (je kunt altijd een consult aanvragen).
Ook kun je hulp krijgen van Veilig thuis via 0800 - 2000. Dit is het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit nummer is gratis en álle dagen en álle uren bereikbaar. Nadat je belt, vragen ze om je plaatsnaam in te spreken; daarna krijg je direct de regionale organisatie bij jou in de buurt aan de lijn.
Huiselijk geweld komt veel vaker voor dan je zo zou denken. Deze storytelling plaats ik omdat ik het belangrijk vind dat hier mee aandacht voor komt.
TIP
‘Jannie’ is ervaringsdeskundige en schreef een boek over huiselijk geweld. Lees meer op https://ceesvanderboom.nl/kiezen-of-delen
© Cees van der Boom
Trotse pa van Joanne, Sietske & Irene
Geregistreerd- (RAD) & Gecertificeerd Arbeidsdeskundige (CERT-AD) | Life-coach voor mensen met kanker | Bedrijfsmaatschappelijk werker | MCI Mastercoach | Re-integratiedeskundige | NOLOC erkend Loopbaanprofessional | NOBCO erkend Coach | Storyteller | Spreker | Recensent | Jobcoach | Reiki Master
Met dank aan Remko van Rijthoven ~ Vormzinnig voor de prachtige illustratie en Rolf Rook ~ Intersites voor de uitstekende website
Meer storytelling en recensies vind je op mijn website ...